-
1 damage
n. schade, verlies; (Slang) uitgaven, kosten (Bv. "What's the damage for the drinks we had at the bar?")--------v. beschadigen; schade veroorzakendamage1[ dæmidzj]1 schade ⇒ beschadiging, averij♦voorbeelden:2 what's the damage? • hoeveel is het?♦voorbeelden:→ vindictive vindictive/————————damage2〈 werkwoord〉1 beschadigen ⇒ schade toebrengen, aantasten
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский